-
1 Posten
Posten〈m.; Postens, Posten〉♦voorbeelden:auf verlorenem Posten stehen, kämpfen • voor een verloren zaak strijdenauf Posten ziehen • de wacht betrekken -
2 nach einem hohen Posten schielen
nach einem hohen Posten schielenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > nach einem hohen Posten schielen
-
3 schielen
-
4 hoch
〈 höher, (am) höchst(en)〉♦voorbeelden:das Meer geht hoch • er staan hoge golven op zeehoch gewachsen • rijzig, uit de kluiten gewasseneine hohe Strafe • een strenge strafhoch begabte Schüler • hoogbegaafde leerlingen, scholierenhoch besteuerte Einkommen • hoog aangeslagen inkomsteneine hoch dotierte Stellung • een goedbetaalde functiehoch empfindlich • uiterst gevoelighoch geehrt, geschätzt • zeer geëerd, gewaardeerdhoch verschuldet • diep in de schuldhoch achten, schätzen • hoogachten, zeer waardereneine höhere Schule • school voor vwo〈 figuurlijk〉 hoch gestellte, stehende Persönlichkeiten • hooggeplaatste, hoogstaande persoonlijkhedenhoch hinauswollen • hogerop willen komenhoch und heilig versprechen • plechtig belovener war schon hoch • hij was al uit de veren, op -
5 Staatsamt
-
6 Stellung
Stellung〈v.; Stellung, Stellungen〉4 positie, rang5 houding, standpunt♦voorbeelden:2 etwas in Stellung bringen • iets in stelling brengen, opstellenin gehobener Stellung (tätig) sein • een hoge positie bekledenfür jemanden Stellung nehmen • het voor iemand opnemengegen jemanden Stellung nehmen • zich tegen iemand keren, kantenzu einer Sache Stellung nehmen • zijn houding, standpunt bepalen tegenover ietsin Stellung gehen • de posities innemen
См. также в других словарях:
Wellingtonrenbaan — 51° 13′ 23″ N 2° 54′ 00″ E / 51.223056, 2.9 … Wikipédia en Français
Hippodrome d'Ostende — 51° 13′ 23″ N 2° 54′ 00″ E / 51.223056, 2.9 … Wikipédia en Français